De psychologie van de verhoorkamer

Wie heeft het gedaan? Waarom en met welk wapen? Het is aan de politie om dat te bepalen. Daarbij zit het menselijk denken vaak in de weg. Tijdens Kenniscafé Assen licht recherchepsycholoog Jos Hoekendijk toe hoe de politie daarmee omgaat.

De waarheid boven tafel krijgen is een belangrijke taak van de politie. Het recht moet zegevieren. Daders mogen hun straf niet ontlopen en onschuldigen verdienen hun vrijheid. Maar wie is dader en wie slachtoffer? Wie is schuldig en wie onschuldig? Het is aan de rechter om dat vast te stellen. Aan de hand van door de politie verzameld bewijs bepaalt de rechter wat waarheid is. Dat deze uitspraak niet altijd correspondeert met hoe het daadwerkelijk is gegaan bewijzen moorzaken als die tegen Lucia de Berk en de Deventer moordzaak.

Schuldbekentenis

Waar het vaak mis gaat is in de interpretatie van getuigenverklaringen. Die spelen in de bewijsvoering, naast sporenonderzoek, een belangrijke rol. Wie er bij was kan immers het best zeggen hoe iets is  gebeurd? Dat zou je zeggen. De werkelijkheid ligt complexer. Zo laat het geheugen van getuigen hen vaak in de steek. ‘De eerste zes uur zijn bepalend,’ vertelt recherchepsycholoog Jos Hoekendijk. ‘Daarna wordt de herinnering al snel minder betrouwbaar. Mensen gaan dingen die ze in het nieuws zien of van anderen horen toevoegen aan de herinnering. Een collega van me herinnerde zich dat hij ergens bij was geweest, hij zag het zelfs nog voor zich, terwijl hij er niet was geweest.’

Mensen kunnen dus overtuigd zijn van een herinnering aan iets dat ze niet gedaan hebben of juist vergeten wat ze wél hebben gedaan. ‘Overtuiging is totaal niet maatgevend,’ zegt Hoekendijk. ‘Daders kunnen heel overtuigend ontkennen. En onschuldigen zijn soms volledig overtuigd van hun schuld. Dat mensen dingen kunnen verklaren die tegen hen kunnen worden gebruikt, vinden rechercheurs heel moeilijk. Je moet dan vragen aan de persoon in kwestie om bewijs voor de eigen schuld aan te dragen. Dan blijkt dat ze belangrijke dingen, die de dader zou weten, niet weten.’

Tunnelvisie

In de verhoorkamer speelt niet alleen de psychologie van de verdachte of getuige een rol. Ook aan de andere kant van de tafel is het oppassen geblazen. ‘Hoe meer er van een zaak afhangt, hoe meer emotie erbij komt kijken,’ vertelt Hoekendijk. ‘En dat maakt je vatbaar voor tunnelvisie. Emoties kunnen een belangrijke drijfveer zijn om een zaak op te lossen, maar maken waarheidsvinding moeilijker. Als recherchepsycholoog is het mijn taak om mijn collega’s erop te wijzen wanneer hun emoties hoog oplopen en hun heldere blik dreigen te vertroebelen.’

Voor professionele waarheidsvinders als rechercheurs (en wetenschappers) is de bewuste omgang met hun eigen automatische denkfouten (ook wel bias) essentieel. De verleiding om een verhaal dat ons wereldbeeld bevestigt te geloven, is groot. Dat terwijl de waarheid vaak complexer is en eerder van toevalligheden aan elkaar hangt dan gestoeld is op de gewetenloze doelmatigheid van een stereotype dader. In de zaak van verpleegkundige Lucia de Berk leidde dergelijke tunnelvisie tot haar onterechte veroordeling voor de moord op tientallen patiënten.

Overlevingswaarde

‘Om aan tunnelvisie te ontkomen, werken we veel met scenario’s,’ vertelt Hoekendijk. ‘We onderzoeken voortdurend ook de minder voor de hand liggende mogelijkheden en kijken hoe die zich tot het bewijs verhouden. Soms blijkt een onwaarschijnlijk scenario toch beter aan te sluiten bij de gevonden bewijsstukken. Vaak worden mensen die vol overtuiging ontkennen toch veroordeeld omdat het bewijs een ander verhaal vertelt. Daar is de Deventer moordzaak een voorbeeld van.’

Als het gaat om waarheidsvinding, zit ons denken dus vaak in de weg. Hoe dat kan? ‘Ons brein is gemaakt op overleven,’ legt Hoekendijk uit. ‘Als onze voorouders geritsel in de struiken hoorden,  vluchtten ze weg, omdat het een tijger zou kunnen zijn. In negen van de tien gevallen was dat niet zo. Maar die keer ene dat het wel zo was, redde de automatische gedachte wel hun leven. Ons brein zit vol met vooroordelen, generalisaties en overtuigingen die ooit hielpen te overleven. Deze overlevingswaarde van het denken botst met het analytische denken en zit waarheidsvinding in de weg.’

Wat heb je altijd al willen weten over onderzoek door de politie? Wat kun jij leren over het voorkomen van tunnelvisie van de methoden van de recherche? Kom naar Kenniscafé Assen en ga in gesprek met recherchepsycholoog Jos Hoekendijk.